Instructies overtreden auteursrecht
Let op:
Wanneer je foto's kiest die moeten worden aangepast, moet je ervoor zorgen geen auteursrechten te schenden. Als na het voltooien van de aanpassing eventuele problemen met betrekking tot inbreuk op het auteursrecht zouden optreden, kunnen wij hiervoor niet verantwoordelijk worden gehouden. Zorg ervoor dat je akkoord gaat met onze Algemene Voorwaarden. Als je geen verdere vragen hebt, kun je op OK klikken om door te gaan met winkelen. Nogmaals bedankt voor je keus om bij ons te winkelen.
Zorg ervoor dat je akkoord gaat met onze Algemene Voorwaarden.
Foto\'s
Meer Informatie Over Dit Product
- Q:Uitleg fietsmontage？
- A:Voordat u aan de slag gaat - verwijder eerst alle beschermende kartonnen verpakking van de gedemonteerde fiets.
-
1.Frame 2. Stem 3. Handlebar 4.Thumb Shifter 5.Brake Handle 6.Fork 7.Hub Brake 8.Front Wheel 9.Front Axle 10.Shift Cable 11.Bottom Bracket 12.Chainwheel 13.Pwdal 14.Front Derailleur 15.Rear Wheel 16.Foot Support 17.Rear Derailleur 18.Rear Axle 19.Brake Cable 20.Seat Post 21.Saddle
-
-
1.Frame 2. Stem 3. Handlebar 4.Thumb Shifter 5.Brake Handle 6.Fork 7.Hub Brake 8.Front Wheel 9.Front Axle 10.Bottom Bracket 11.Chainwheel 12.Pedal 13. Rear Wheel 14.Foot Wheel 15.Rear Derailleur 16.Rear Axle 17.Seat Post 18.Saddle 19.Folding Lever
-
A) Sta met de voeten op schouderbreedte op de grond, aan weerszijden van de stang van de geassembleerde fiets.Er moet, met de banden volledig opgepompt, ten minste 2,5 cm ruimte zitten tussen het hoogste deel van de bovenbuis en het kruis van de fietser.
-
B) Draai de klembouten van de zadelpen vast conform de koppelspecificaties voor de zadelpen. Draai niet te vast aan om te voorkomen dat de inbusaansluitingen gaan doordraaien.
C) Draai de klemmoeren van het zadel los en draai het zadel in de rijpositie, zoals in afbeelding 2.
D) Breng een kleine hoeveelheid vet aan op de zadelpen.Plaats de zadelpen in de zadelbuis. Schuif het zadel volledig door de zadelpenklem, zoals in afbeelding 3.
E) Draai de zadelpenklem vast zodat het zadel stevig vast zit aan de zadelpen zoals in afbeelding 4.
Als de zadelpenklem een moer heeft aan elke kant, draai dan beide moeren in gelijke mate aan (de druk moet consistent zijn aan beide zijden).
Waarschuwing: Om te voorkomen dat het zadel losraakt en de berijder mogelijk de controle over de fiets verliest, dient de "MIN-IN" (minimum invoeging) markering op de zadelpen zich onder de bovenrand van de zadelbuis te bevinden, zoals in afbeelding 5.
-
A) Schroef de stuurpenafdekking los met behulp van de inbussleutel.
B) Open de stuurpenafdekking om het stuur te plaatsen, met de handvatten richting het frame van de fiets. Zorg ervoor dat de achterversnellingen aan de rechterkant zitten en de voorversnellingen aan de linkerkant. Controleer ook of het stuur goed gecentreerd is voordat het wordt vastgezet. Draai de bouten iets aan en meet de afstand vanaf elk uiteinde van het handvat naar het midden van het stuur. Als er iets moet worden aangepast, kunt u dat nu nog doen.
C) Plaats stuurpen in stuurbuis. Om te voorkomen dat u de controle over het stuursysteem verliest, moet de minimum plaatsingsmarkering op de stuurpen zich onder de top van de stuurbuis bevinden, zoals in afbeelding 6.
D) Sta met het voorwiel tussen beide benen, houd het stuur vast en pas het stuur aan het frame aan in een hoek van 90 graden, zoals in afbeelding 7.
E) Draai de bouten van de stuurpen goed vast, zoals in afbeelding 8.
-
A) Het rechterpedaal is gemarkeerd met een "R" en het linkerpedaal met "L", zoals in afbeelding 9.
B) Het rechterpedaal heeft het schroefdraad tegen de klok in. Zorg ervoor het aan te draaien in de richting van de klok. Het linkerpedaal heeft het schroefdraad met de klok mee. Draai het pedaal bij het vastzetten tegen de klok in, zoals in afbeelding 10.
C) Doe een kleine hoeveelheid vet op het schroefdraad om te voorkomen dat dit beschadigt en om het vastschroeven te vereenvoudigen.
D) Draai het pedaal in de crankarm.Zorg ervoor dat het schroefdraad van elke pedaal volledig in de crankarm wordt geschroefd.
E) Draai de pedalen volledig vast met een moersleutel, zoals in afbeelding 11.
-
A) Plaats het voorwiel in de voorvork.
B) Zorg ervoor dat de snelspanhendel zich aan de kant van de schijf bevindt.
C) Beweeg de schijfkant van het wiel naar links.
D) Maak de snelspanhendel iets los om ruimte te maken.
E) Zorg ervoor het wiel te centreren en rol het naar het fietsframe zonder de zijkanten van de voorvork of remblokken te raken.
F) Roteer de snelspanhendel (aandraaien) en vergrendel deze.
G) Draai het wiel om te controleren of het is uitgebalanceerd. Zo niet, breng de fiets dan naar een fietsenmaker om het wiel uit te laten balanceren.
H) Bevestig het voorwiel met behulp van de asmoeren.
I) Draai de asmoeren aan beide zijden vast.
-
Zorg ervoor dat de ketting beweegt met een amplitude van ongeveer 15mm, door de schroeven van de ketting aan te passen.
-
A) Kies een plek op het frame in de buurt van het achterwiel, aan de linkerkant.
B) Reinig met een vochtige doek en laat opdrogen.
C) Knip een stukje elektrische tape af, lang genoeg om minstens tweemaal om het frame te doen. Dit zal ervoor zorgen dat alle onderdelen goed verbinding maken en er geen krassen op de fiets komen.
D) Draai de inbusbouten aan.
-
A) Stel de voorderailleur op voorhand af. a. Stel schroef C af zodat de derailleur parallel is met het kettingblad; zorg ervoor om 3-5 mm ruimte over te houden van de tandpunten, zoals in afbeelding 1 en 2.
b. Duw de derailleurhendel naar de voorste positie, zoals in afbeelding 3.
c. Zet de ketting op de grootste vrijloop en kleine crankstel positie.
d. Stel schroef A af om de ketting af te stellen in de derailleur.
Draai als de derailleur niet terug kan keren naar de vorige positie de versnellingskabels los en draai schroef A los. Trek hierna de versnellingskabel omhoog om deze losser te maken. Draai vervolgens schroef A weer vast.
e. Duw de derailleurhendel in de richting van de achterkant van de fiets; plaats vervolgens de ketting op het grote crankstel en de kleine vrijloop. d. Stel schroef B af om de ketting af te stellen in het midden van de derailleur.
-
B) Afstellen achterderailleur a. Draai schroef A met de klok mee als de ketting van de kleine vrijloop slipt.
b. Draai schroef B met de klok mee als de ketting van de grote vrijloop slipt.
c. Vastlopende ketting kan worden veroorzaakt door een te losse kabel of derailleur. Draai de hendel in dit stadium niet strak vast.
d. Losser draaien van de derailleurschroef kan ertoe leiden dat de ketting terugkeert naar de kleine vrijloop. Draai de hendel vast, zoals in afbeelding 4.
e. Als schakelen van de kleine naar de grote vrijloop lastig gaat, kan dit te wijten zijn aan een te strak afgestelde kabel van de vrijloop. Maak de derailleur losser door schroef C af te stellen. Zorg ervoor dat het geleidewiel goed is opgelijnd op elke vrijloop, zoals in afbeelding 5.
-
Sommige modellen zijn uitgerust met een slimme display-eenheid.
Het slimme displaysysteem bestaat uit drie onderdelen:
a. Een slim display-scherm
b. Een snelheidsmeter
c. Een sensormagneet
-
A) Plaats de batterijen, zoals in afbeelding 1:
a. Verwijder batterijdeksel
b. Plaats twee AAA-batterijen
c. Plaats het batterijdeksel terug en sluit het.
B) Installeer het displaysysteem, zoals in afbeelding 2.Plaats de onderste helft van het te monteren apparaat op het stuur van de fiets; pas de positie aan uw voorkeur aan. Plaats de bovenste helft van het te monteren apparaat. Draai vast met een inbussleutel - M6.
-
C) Plaats de batterijen, zoals in afbeelding 3:
a.Plaats een CR2032-batterij (positieve elektrode omhoog).
b.Plaats het batterijdeksel terug en sluit het met behulp van een munt/sleutel in de richting van de klok. (Forceer niet tijdens het aandraaien).
D) Installeer de snelheidsmeter en de sensormagneet, zoals in afbeelding 4:a. Startend bij de voorvork, plaats de sensor in voorwaartse richting, waarbij de draden omhooggaan langs de voorvork. Draai vast met een inbussleutel - M4.
b. Wikkel een tie-wrap rond de kabel en zet vast aan de achterkant. Trek het niet te vast aan omdat de kabel anders zal beschadigen. Knip overtollig plastic van de tie-wrap weg.
c. Trek de draad omhoog over de voorvork en zet vast aan de bovenkant.
d. Begin de draad rond de remkabelbehuizing te wikkelen, met enige speling om beschadiging te voorkomen (losjes wikkelen).
e. Zorg ervoor dat de draad wat speling heeft voordat deze het stuur bereikt. (Niet uitrekken.)
f. Maak aan de bovenkant van de remkabelbehuizing de draad aan de remkabel vast met behulp van een tie-wrap. Knip overtollig plastic van de tie-wrap weg.
g. Sluit de draden aan op de computer.
h. Installeer de magneet aan de spaken; lijn deze op met de sensor. De sensor moet ongeveer 1-5 mm afstand hebben van de magneet. Zorg ervoor dat de magneet de sensor niet raakt.
-
A) Topdop (A) wordt gebruikt voor het aanpassen van de balhoofdset.
B) Knijpbouten B en C worden gebruikt om de balhoofdset van de fiets aan te passen. Om de balhoofdset aan te passen via topdop A, maak eerst knijpbout B en inbusbout C los. Draai knijpbouten B & C weer vast na het aanpassen.
-
A) Inbus gereedschapskit.
B) Meetlint.
C) Moersleutel.
D) Isolatietape.
E) Fietsvet.
- Laat voor betere montage en prestaties een professionele monteur de fiets in elkaar zetten.
B:Installatie zadel.
C:Installatie stuur
D: Installatie pedalen
E: Installatie voorwiel
F: Spanning van de ketting
G:Installatie standaard
H: Afstellen van de derailleur
I:Intelligente display assemblage & afstelling
J:Schroefdraadloze installatie van balhoofdset.
K:Benodigd gereedschap
Item succesvol toegevoegd